Onlangs gaf ik een interview over ‘geweld en agressie’, een thema dat ik zelf had uitgekozen. De interviewer was een zorgvuldig luisterende, rustige jongeman. Allebei hebben we Indische roots; ik ben van de tweede generatie, hij derde.
Ik vertelde over mijn ervaringen als jongste zoon van ouders die allebei in Jappenkampen gevangen hebben gezeten. Welke sporen dit bij hen heeft achtergelaten, en welke bij mij. Ik formuleer het als ‘dat ik vertrouwd ben met vierentwintig uur per dag leven in angst’. Met zwijgen over de duistere en beladen kanten van het bestaan. En het onderdrukken van gevoelens, emoties en alles wat het leven waardevol en leefbaar maakt. Met als resultaat dat opgekropte emoties continu tot uitbarsting dreigen te komen.
De podcast zelf heb ik nog niet op mijn site gezet, dat ga ik nog doen. Ik heb het al wel aan een aantal vrienden en bekenden doorgestuurd. Hun reacties hebben me verrast en eerlijk gezegd overdonderd.
‘Je vertelt zo beeldend en invoelbaar, sommige stukjes grepen me echt naar de keel. Met name de persoonlijke voorbeelden die je deelde, hebben me zo geraakt.’
‘Jouw opmerkingen over onze Indische geschiedenis, die we niet in de schoolboekjes terugvinden waren heel verhelderend. Het maakt zo duidelijk waar sommige emoties vandaan komen. Ik heb de link van de podcast naar mijn dochter gestuurd, want die begrijpt mij niet.’
Het onder woorden brengen van mijn levensverhaal zoals ik dat nu kan en doe, zie ik als de oogst van decennialange persoonlijke ontwikkeling. Bij mijn ouders thuis vond ik niet de bedding om te leren over gevoelens. Dat heb ik pas later als jong volwassene kunnen doen, omgeven door onbekende groepsgenoten. Met name de eerste jaren dat ik trainingen lijfwerk deed, voelde ik enkel pijn en was er angst. Zelfs de meest liefdevolle aanraking maakte me van streek en aan het huilen. Pas jaren later als volwassene leerde ik ook om gevoelens goed onder woorden te kunnen brengen. Een scala aan communicatie methoden hebben me hierin ondersteund.
De woorden ‘ik heb een fijne jeugd gehad’ zijn helaas nog nooit over mijn lippen gekomen. En zullen ook niet door mij worden uitgesproken. Daar heb ik vrede mee moeten sluiten. In eerste instantie om mijn ouders te vergeven, want daar had ik alles op geprojecteerd. Maar ik werd me bewust dat ik ook mezelf iets te vergeven had. Want als reactie op wat ik had gemist, ben ik ook grensoverschrijdend gedrag gaan vertonen. Waarmee ik anderen heb gekwetst en geweld heb aangedaan. Compleet uit contact met de zachtheid en waardigheid waar ik vandaag de dag voor sta. Dus het bleek ook nodig om mezelf te vergeven. En me daardoor te bevrijden. Bevrijden van de wens dat mijn verleden en hoe ik het heb beleefd, ooit anders zal worden dan het was. Vergeven weet ik nu, is bovenal ‘de hoop op een ander verleden opgeven’. Kortom, om te kunnen vergeven is het nodig om je donker in het licht te brengen.