Als ik niet meer kan, wil jij dan….?

‘Zou jij op de uitvaart van mijn vader willen spreken?’. Deze vraag kwam van Sylvia, een oud deelneemster. Opmerkelijk, want behalve Sylvia had ik nog nooit iemand van haar familie ontmoet. Ook haar vader niet. Ik voelde me vereerd door het vertrouwen dat ze in me stelde. En ik ervoer het als een voorrecht om een Indische man de laatste eer te mogen bewijzen, ook al kende ik hem niet persoonlijk. Zonder lang te hoeven nadenken zei ik: ‘ja, natuurlijk!’. Als trainer en coach voel ik me bovenal mens in verbinding met andere mensen. Ook nadat een training is afgerond.

In de periode die volgde onderhield ik het contact met Sylvia vooral via de mail. We deelden over ontwikkelingen en gevoelens. Pas na het sterven van haar vader zag ik Sylvia’s moeder en broer voor het eerst. Gezien de lange afstand en beperkte tijd maakte ik kennis met hen via een scherm. Sylvia’s moeder bleek een minstens zo opmerkelijke vrouw. Ze uitte zich makkelijker in het Bahasa Indonesia dan in het Nederlands; gelukkig beheers ik daar een basis in. In haar communicatie was moeder direct, dwingend en tegelijkertijd o zo kwetsbaar. ‘Ze zegt alles wat ze denkt’, typeerde Sylvia haar. Een type mens waar ik vertrouwd mee ben en prima mee uit de voeten kan. Ik durf me te laten leiden, om de volgende seconde grenzen aan te geven en sturen. Gelijk een dans.

De kennismaking via internet kreeg een bijzondere wending toen moeder over ‘jouw vrouw’ begon. Ik vertelde dat ik wel getrouwd ben, maar niet met een mevrouw maar met een meneer. ‘Je bent toch niet homo?!’, flapte ze eruit met luide stem. Ik zag hoe haar dochter en zoon ineenkrompen en gespannen raakten. Met nadrukkelijke toon maakte ik de klanken ‘uh uh’ en plooide mijn gezicht in een mild, serieuze blik. En ik knikte van wel. ‘Je maakt een grapje, toch?!’ vroeg ze. Ze moest duidelijk even omschakelen. Met mijn geduld en doortastendheid won het vertrouwen de overhand. We bespraken wat mijn bijdrage zou zijn. Ik zou als eerste spreker een gedicht voordragen, de kinderen aankondigen en als laatste spreker afronden met een gedicht.

De avond voor de plechtigheid ontving ik weer een berichtje van Sylvia. ‘Als ik het echt niet meer kan, wil jij dan mijn speech voorlezen voor mij?’ Hier is ie, dacht ik, de vraag achter de vraag! ‘Natuurlijk doe ik dat’, antwoordde ik, ‘ik ben bij je.’ En ik gaf haar een inkijkje hoe het voor mij werkt in situaties, waarin ik voor een groep sta en overmand wordt door emoties. Ik blijf dan even stil, soms sluit ik even de ogen, richt me op de emotie die opgelaaid is van binnen en wacht tot die wat rustiger is geworden. Dan haal ik weer adem en ga verder.

Dus daar bevonden we ons afgelopen weekend in de familiekamer van een crematorium in Limburg. Moeder zat een beetje afzijdig van de andere vijftien familieleden. Toen ze me in het vizier kreeg tikte ze op de stoel naast haar. ‘Duduk di sini’. Ik ging naast haar zitten.

‘Waar is je man?’, vroeg ze. Ik vertelde dat ze hem na afloop in de koffiekamer zou zien.

‘Altijd al, jij?’, vroeg ze. Ik wist direct dat ze mijn homozijn bedoelde.

‘Betul! Echt waar!’, antwoordde ik.

‘Ach jammer, je ben zo’n mooie jongen!’ Ik schoot in de lach. We praatten wat heen en weer, ik maakte wat luchtige opmerkingen en het ijs was helemaal gebroken.

‘Jij kom iedere dag bij mij’, zei ze, terwijl ze haar onderarm liet rusten op mijn bovenbeen.

Bij de afronding van de dienst, nadat alle bezoekers en andere familieleden langs de kist waren gelopen, bleef ik achter in de zaal bij het gezin. Iets vertelde me dat ik daar moest zijn. Toen de kist naar de ovens gereden ging worden, vroeg Sylvia me of ik bij haar moeder wilde blijven zitten. Dan kon zij met haar broer en hun partners de kist begeleiden naar achteren. En zo geschiedde. Naast moeder op de bank. Mijn arm om haar heen. Haar onderarm weer op mijn bovenbeen. Samen keken we naar de spullen die op de kist hadden gelegen en nu opzij waren gelegd: naast alle boeketten lagen een batikkleed, een sapulidi en foto’s van haar overleden man.

En Sylvia? De tips die ik haar tevoren had gegeven bleken een schot in de roos. Haar tekst droeg ze van begin tot eind zelf voor. En gedurende de hele uitvaart was zij de spil en steun en toeverlaat voor iedereen; standvastig, empathisch, aanwezig.

Hoe deal jij met jouw gevoelens in emotioneel beladen situaties? Durf je om steun te vragen? Laat je iemand toe om in alle eerlijkheid mee te sparren? En als deze er vanuit huiselijke kring niet is, durf jij op de ervaring van een ander te vertrouwen? Of een groep andere mensen in vergelijkbare posities!

Op zondag 12 februari verzorg ik een nieuwe groep Heel Indisch. We onderzoeken de invloed van onze Indische roots op ons functioneren nu, ons zelfbeeld en onze relaties. Ook voor niet-Indische mensen verzorg ik vanaf 24 april de training Weg van Vergeving. Je leert en oefent met het 4-voudige pad van vergeving.

Deel dit bericht .....
Scroll naar boven